Stolwijk- Nutricia fabriek locatie Tentweg  56
Door de natte bodem was de Krimpenerwaard lange tijd niet goed geschikt voor veehouderij. De verbouw van hennep had de overhand.
Nadat er verbetering kwam, door het bemalen van de waard en de opkomst van stoomkracht in de laatste helft van de 19e eeuw, nam de veehouderij weer toe.
De melkproductie nam toe en kon niet meer in zijn geheel op de boerderij worden verwerkt, nieuwe (industriële) voorzieningen werden noodzakelijk.
Twee fabrieksgebouwen herinneren aan deze ontwikkeling in de zuivelbranche: een melkfabriek in Schoonhoven en deze kaasfabriek van Nutricia in Stolwijk.

Schoonhoven 1901
De melkfabriek in Schoonhoven is in 1901 opgericht als Stoomzuivelfabriek aan de Lopikersingel, in die tijd aan de rand van de stad, wat de mogelijkheden voor de aan- en afvoer  van grondstoffen en producten vereenvoudigde. In 1910 werd het gebouw gekocht door de N.V. Consus, die zich met name toelegde op de productie van melkpoeder. In 1916 werd het gebouw overgenomen door de N.V. Rotterdamse Melkinrichting en belangrijk uitgebreid op de aangrenzende terreinen die aan de Halve Maan gelegen zijn. In 1927 veranderde het complex wederom van eigenaar. De firma Amilko gebruikte het gebouw vanaf dat jaar voor de productie van gecondenseerde melk.

Nutricia en Stolwijk 1920-1930
Een tweede restant van de zuivelindustrie in de Krimpenerwaard is de kaasfabriek van Nutricia aan de Tentweg in Stolwijk. Stolwijk is wereldwijd bekend om de ‘Stolksche’ kaas die op ambachtelijke wijze op de boerderij werd gemaakt. Omstreeks 1920 trachtte de firma Nutricia deze werkvorm, van zelfkazende boeren, te industrialiseren. Het kaasmaken vervulde echter een zeer belangrijke rol die op de boerderij plaatsvond. De kaasmakerij was (en is in veel gevallen nog steeds) een belangrijke taak van de boer en boerin.

Het kaasmaken was dus ook een belangrijke sociaal onderdeel in de agrarische economie. Dat Dit is totaal  onderschat bij de oprichting van de kaasfabriek in Stolwijk. Dit blijkt uit de periode waarin de fabriek actief is geweest: slechts enkele maanden. Gezien de korte periode van bedrijvigheid, mag het een wonder heten dat dit  fabrieksgebouw er nog steeds staat. Hoewel een verbouwing tot woonhuis een deel van het gebouw in oorspronkelijkheid heeft aangetast, zijn de vorm en de functie nog steeds herkenbaar.

Bouwstijl
Het gehele gebouw is symmetrisch van opzet en bestaat uit drie delen: een centraal hoofdgebouw met twee (aanbouw) zijvleugels. Het geheel is voornamelijk  opgetrokken uit baksteen. Opvallend is de uitspringende middenpartij met puntgevel. Het linkerdeel is verbouwd, het rechter is nog origineel met een zestal smalle raampjes in twee groepen van drie. Aan weerszijden heeft het gebouw twee witgepleisterde zijvleugels. Deze zijvleugels hebben laadvloeren.  De kopgevels hebben ronde ventilatieopeningen, kenmerkend voor kaaspakhuizen. De middenpartij is nog steeds gesierd met de tekst NUTRICIA. Ondanks de bijzonder korte functionele periode van het gebouw, vormt het huidige restant een mooi voorbeeld van kleinschalige industrie binnen een (voornamelijk) agrarische gemeenschap

Later werd het gebouw gesplitst, in 1930 werd het rechterdeel een kaasopslag en wat later een  kaassmelterij. Daarna  was er zelfs een pottenbakkerij. Het linkerdeel werd een vleesrokerij. Het middengedeelte werd als woonhuis ingericht, waar tijdens de Tweede Wereldoorlog twee joodse onderduikers verbleven en overleefden.

Tussen 1934 en 1953 hield de Gereformeerde Gemeente haar diensten in het gebouw. Tegenwoordig is het gebouw in gebruik als woning en opslag/kantoorruimte.